Hoewel Edam niet direct aan het IJsselmeer (de toenmalige Zuiderzee) ligt, heeft de stad vanaf het begin een bijzondere band gehad met het water en de zeevaart. Door hun lange ervaring in de maritieme handel waren Edammers gewilde zeelieden. Zij voeren niet alleen bij de koopvaardij, maar ook op vissersschepen, op walvisvaarders, op schepen van de handelscompagnieën VOC en WIC en van de Admiraliteit van Amsterdam. Edam viel merkwaardigerwijs onder Amsterdam en niet onder het Noorderkwartier.
Deze tentoonstelling, die voortbouwt op de tentoonstelling Edam in 14 stappen, vertelt het verhaal van zeevarend Edam en belicht een aantal bijzondere aspecten ervan, met verklarende en gesproken (QR) teksten en objecten.
Bouw Zeesluis noodzaak
Zo zien we het wapen van het Hoogheemraadschap (met de tweekoppige adelaar van Karel V) dat vanaf midden 16e eeuw met het beheer van het water was belast en tot niet zo lang geleden zijn hoofdkwartier in Edam had. Om het water van Zuiderzee en Purmermeer in bedwang te houden was de bouw van een zeesluis noodzakelijk: schepen moesten worden geschut bij het in en uitvaren van de stad en moesten daarvoor betalen – het bord dat de prijs van het schutten laat zien herinnert daaraan. Edammers waren niet alleen gewoon bemanningslid, maar niet zelden ook kapitein.
Michiel de Ruyter
Een aantal Edammers diende als gezagvoerder onder de befaamde admiraals Michiel Adriaensz de Ruyter en Maarten Harpertsz Tromp tijdens de Engelse zeeoorlogen. Een bijzondere figuur onder hen die in de tentoonstelling wordt uitgelicht, was Jacob Andries Swart, die o.a. deelnam aan de tocht naar Chatham. Hij werd met grote eer begraven in de Grote Kerk van Edam.
Ook tentoongesteld: het Edams Museum bezit de originele uitnodiging voor de begrafenis van De Ruyter, die aan vier van zijn Edamse kapiteins werd gestuurd. Zij liepen naast de kist van de admiraal op weg naar zijn laatste rustplaats in de Amsterdamse Nieuwe Kerk.
Ontberingen
Verder wordt ingegaan op de ontberingen van het leven aan boord van een 17e eeuws schip en op de rol die Edam bij de walvisvaart speelde. Komend vanuit het hoge noorden, meerden de meeste walvisvaarders eerst aan bij Texel en voeren vervolgens door de Zuiderzee naar Edam. Open waterverbindingen met het achterland maakten doorvoer van de langs boord gebonden vangst mogelijk naar steden verder landinwaarts, zoals De Rijp. Dat verklaart hoe de hier tentoongestelde walviskaak in de Purmer kon worden gevonden.
Walvisverwerking
Maar ook in Edam zelf vond verwerking tot walvisproducten (olie, balein) plaats. Een aantal baleinen producten zien we hier. De tentoonstelling vervolgt met een verhandeling over de Engelse zeeoorlogen en de zeeslagen daarin. Hier ziet men een groot model van een bewapend fregat, en daarnaast een schilderij van De slag bij Ter Heijde in 1653. Het is vermoedelijk een kopie – schilder onbekend – van het gelijknamige doek van Jan Abrahamsz. Beerstraten (1622-1666), dat in bezit is van het Rijksmuseum. Ook bij deze zeeslag waren Edamse kapiteins betrokken.
We eindigen met informatie over de rol van de chirurgijn op een oorlogsbodem, om daarna weer de tentoonstelling Edam in 14 stappen te vervolgen.
Vanaf 16 februari. Tot 3 april alleen in het weekend open in het Coopmanshuys. Tijden: van 10.00 tot 16.30 uur.