De Raad van State heeft in een ‘tussenuitspraak’ over de bouw van woningen en winkels aan de Hoogstraat 4 tot en met 8 in Edam de gemeente huiswerk gegeven om de plannen op enkele punten aan te passen. De meeste bezwaren van een bewoner en Oud Edam zijn afgewezen. De gemeente denkt dat met het aanpassen van de geconstateerde gebreken het besluit snel bekrachtigd kan worden.
Een omwonende en de historische vereniging Oud Edam hebben vorig jaar zienswijzen ingediend tegen de plannen om in en achter de Hoogstraat woningen en detailhandel te realiseren. De eigenaar van de naastgelegen woning vreest met name aantasting van de waarden van het beschermd stadsgezicht Edam en aantasting van zijn woon- en leefklimaat. Ook plaatste hij vraagtekens bij het gebruikmaken van de Crisis- en herstelwet (Chw), die procedures korter maakt. De appellant betoogde in de zaak van 23 maart dat er een groter aantal woningen dan tien is opgenomen om zo toepassing van de Crisiswet mogelijk te maken.
Oud Edam kan zich niet verenigen met het plan omdat dit volgens haar te weinig rekening houdt met de waarde van de historische kern als beschermd stadsgezicht.
De recent afgegeven Bestuursrechtspraak vermeldt dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan het maximum aantal van 14 woningen dat door gemeente is omschreven.
Ook bezwaren van beide partijen dat de procedure niet zorgvuldig is verlopen, is niet ontvankelijk verklaard. “Het voeren van overleg met omwonenden of andere burgers en het bieden van inspraak voorafgaande aan de terinzagelegging van het ontwerpplan maken geen deel uit van deze wettelijk geregelde procedure.”
Cultuurhistorische waarden
Als het gaat om aantasting van cultuurhistorische waarden van het Edamse stadsgezicht is de reactie uitgebreid. Met name de hoogte en de manier waarop die hoogte wordt ingepast stuit op grote bezwaren van met name Oud Edam. Ook leven er forse bezwaren tegen de wijze waarop de gevelwand is ingevuld en uniforme maatvoering.
Volgens de bestuursrechter voldoet het bestemmingsplan aan het aanwijzingsbesluit. Er wordt vermeld dat het plan is voorgelegd aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Die ziet geen bezwaren in het kader van het beschermde stadsgezicht.
Hoewel de RvS vindt dat de variatie in hoogte, gezien de oorspronkelijke bebouwing, groter had kunnen zijn, wordt het ingediende plan op basis van de toegestane goot- en bouwhoogtes op zichzelf als passend in de omgeving gezien. “Het zal niet leiden tot onaanvaardbare aantasting van het beschermd stadsgezicht’.
Herstelwerk
Wel is er bij de maximale bouwhoogtes niet voldoende rekening gehouden met het richting Damplein oplopende straatniveau en de manier waarop de oplopende goot- en bouwhoogte richting het Damplein mogelijk is gemaakt. “Het plan is op dit vlak niet goed voorbereid.”
Steeg
De komst van een steeg tussen de bestaande hoekwoning en de te bouwen panden tast het karakter van het beschermde stadsgezicht niet aan, valt te lezen uit de (tussen)uitspraak. Het intekenen van een klein, toegankelijk binnenplein op wat nu nog het terrein van de brandweer is, doet volgens de uitspraak geen afbreuk aan het stadsgezicht.
Ook bezwaren van de buurman over het niet voorzien in maatschappelijke functies en de norm dat 30% van de woningen zou moeten vallen binnen het segment ‘goedkoop’ is afgewezen. En datzelfde geldt voor verkeersbewegingen en parkeernormen. Het nieuwe plan leidt volgens de RvS niet tot toename van verkeersdrukte of parkeerdruk.
Een ander bezwaar van de eigenaar van de naastgelegen hoekwoning is dat de bouw op een afstand van minder dan twee meter van de ramen van zijn woning zal komen. Ook dit bezwaar is afgewezen. Wel wordt de bezwaarmaker gewezen op een mogelijk oordeel van de burgerlijke rechter in deze.
Twaalf weken
De gemeente zal binnen een termijn van twaalf weken de gebreken in het besluit moeten herstellen. Dan gaat het om het gegeven dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in strijd is met artikel 3:2 van de Awb en het rechtszekerheidsbeginsel. De planregels zullen moeten worden aangepast zodat het peil waarvandaan de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw aan de Hoogstraat (de voormalige boekwinkel Markee, red.) wordt gemeten, wordt bepaald op de hoogte van de direct aan het pand grenzende wegbestrating ter plaatse van de hoofdingang. Ook zal er een aanpassing moeten volgen zodat duidelijk wordt of, en zo ja welke, bouwregels gelden voor de kapvorm en kaprichting van het genoemde hoofdgebouw.
De gemeente geeft aan de gewenste aanpassingen inmiddels te hebben verwerkt. “Die worden binnenkort aangeboden aan de gemeenteraad en daarna verstuurd naar de Raad van State voor de eindbeslissing.”