Dat we meer buiten zijn gaan leven, is de laatste jaren wel duidelijk. Er wordt steeds meer geld besteed aan de tuin dan aan het huis. Het besef dat een eigen stukje grond bij het huis rijkdom is die niet in geldbedragen uit te drukken valt, is ingedaald. De kunst is daarbij om jaarrond van die plek te genieten, door ‘buiten’ naar ‘binnen’ te halen en andersom. De glazen schuifwand is populair geworden, zo niet dé tuintrend van dit decennium.
Overkapping en/of buitenkeuken
Zet maar een willekeurig woonprogramma aan en de aspirant-huizenkopers hebben een tuin hoog bovenaan het prioriteitenlijstje staan. Hier wordt niet zelden een overkapping gecreëerd, een plek waar het zelfs in februari met een dekentje en een klein vuurtje goed toeven is. De glazen schuifwand zorgt ervoor dat deze ruimte af te sluiten is als het weer echt bar en boos is. Op de website Verandaglas zijn veel foto’s te vinden van het sierlijke, ruimtelijke effect. Sommige buitenliefhebbers – en wie is dat niet – richten hun overkapping in als buitenkeuken om zo mogelijk nog meer tijd in de open lucht door te brengen.
De doorbraak van het tuinkantoor
Wie inspiratie zoekt en rustig wil werken, koos voorheen voor een tijdelijk verblijf in een hutje op de hei. Vooral schrijvers verruilden de Vinex wijk in voor een (aangekocht) vakantiehuisje. Dat die mogelijkheid in de eigen tuin ligt, hebben we nooit beseft. Tot 2020. De welbekende pandemische omstandigheden deden de tuinkantoren als paddenstoelen uit de grond schieten omdat we thuis moesten werken. Dat leverde met name in gedeelde huishoudens de nodige irritatie op. Zie maar eens rustig een rapport of presentatie te schrijven als de kinderen om aandacht vragen en het enige bureau in huis al door de partner is geannexeerd. Het tuinkantoor wordt een multifunctionele plek, en niet zelden versterkt een glazen schuifwand het buitengevoel. Thuiswerken was nog nooit zo leuk.
Meer mogelijkheden
Het tuinhuisje of -kantoor met een glazen schuifwand is overigens een ware investering in de waarde van het huis, ook omdat deze ruimte na een thuiswerkperiode (mensen missen de werkplek ook wel eens) op een andere manier dienst kan doen. Zo is er de kangoeroewoning, waarin een senior een minder eenzaam leven leidt dan in een flat. Of juist de puberkamer: als een kind eigenlijk te oud is om nog thuis te wonen en zijn (nachtelijke) activiteiten bovendien niet meer in het gezinsleven passen, is er het tuinhuisje als tussenwoning – totdat er op de verhitte huizenmarkt echt een eigen plekje is gevonden. En zijn er geen pubers of senioren die ervan gebruikmaken, wellicht is het dan voor de huiseigenaar zelf een mooi atelier of hobbyruimte, altijd met prachtig uitzicht.
